Waza

De techniek of vrij vertaald omgang

wazaDe grote uitdaging en aantrekkingskracht van aikido ligt waarschijnlijk besloten in de manier waarop je om kunt gaan met jezelf, met anderen en met je omgeving: de boodschap van O Sensei’s aikido was dan ook “ai = liefde”. De technieken zijn middel om dit doel te verwezenlijken via zuivere, grote en open omgang.

Het beoefenen van de technieken alleen, zonder inhoudelijke betekenis of achtergrond, is in feite een soort symptoombestrijding: je leert je wel te verdedigen tegen aanvallen, maar zonder enig besef van het waarom of van waaruit zij voortkomen. Daarom is de kwaliteit van een aikidobeweging een noodzaak. Het is echter niet gemakkelijk om kwaliteit te definiëren. Het is een geheel van kenmerken, principes, intenties en uitvoeringswijzen, van waaruit een overtuigende en waardige beweging als vanzelf voortkomt.

Kwaliteit dient dan ook door hard werken en integer zoeken ontwikkeld te worden in de praktijk van het dagelijks oefenen. In aikido wordt dus een zekere houding gevraagd van begrip, van invoeling, van harmonie. Alleen concrete oefening en verworven inzicht, ook wel eens “zelfoverwinning” genaamd, maken het mogelijk om een grondig einde te maken aan de fundamentele conflicten die ons bezig houden (cfr. Masakatsu, Agastsu, katsuhayabi). De beste garantie voor het verwerven van kwaliteit ligt in je motivatie om te oefenen.

Ik heb het al vaker gezegd: je haalt uit aikido wat je er in legt. Het doel dat je je stelt, de verwachting die je hebt, bepalen jouw manier van oefenen, elke keer opnieuw. Hoe meer diepgang je daaraan geeft en hoe groter je betrokkenheid is, en hoe rijker je aikido zal blijken te zijn. De dojosfeer en de inbreng van ieders persoon biedt hierbij de mogelijkheid om belangrijke en persoonlijke waarden te (her)ontdekken. Zorg op zijn minst dat je anderen niet verhindert daaraan toe te komen.

Gezien de doelstelling van aikido “ai = harmonie” is er geen sluitend systeem van technieken denkbaar. Elke situatie vraagt om eigen oplossingen. De hieronder beschreven vormen dienen als uitgangspunt en basis voor het ontwikkelen van een zo vrij mogelijk aiki-bewegingen. Van O Sensei is de volgende uitleg over het verloop van alle aikido-technieken afkomstig: je begint met eendriehoeksvormige opvang (inkomend of wegstappend), dan voer je uke (aanvaller) mee in een cirkelvormige controle, en de afwerkingvindt plaats in een vierkant-relatie tot je partner. Voor een juist uitvoeren van de technieken is dus het vinden van natuurlijke curves, die het mogelijk maken om ontspannen te blijven bewegen. Ga nooit tegen de kracht in, maar geleid de aanval in het verlengde van de richting waaruit hij komt. De verantwoordelijk voor een dwingend verloop van deze curves zijn niet je armen of benen, maar is je heup (centrum). Zo kan de sensatie ontstaan dat je werkelijk samen één lichaam vormt dat een oplossing zoekt voor de disharmonie die de partner met zijn of haar aanval heeft veroorzaakt. Anticiperen (de aanval voorvoelen) en juiste timing zijn hierbij doorslaggevend. Niet snel werken, maar goed werken is de enige garantie voor duurzame kwaliteit.

Hiervoor bestaan er verschillende werkvormen waarin de technieken kunnen worden uitgevoerd: zittend op de knieën (suwari waza), zittend tegen staande partner (handachi waza), of staand tegen staand (tachi waza). Ook op de aanvallen dient er gewerkt worden. Deaanval moet oprecht zijn, geladen en gesteund vanuit het hele lichaam. De meeste zijn frontaal met al dan niet een combinatie van grijpen of slaan. Aanvallen van achteren (ushiro waza) vormen ook een belangrijk gebied in aikido-beoefening. De belangrijksteverdedigingstechnieken zijn dan weer gegroepeerd in: Katame waza: klemtechnieken (bvb. ikkyo), nage waza: worptechnieken (bvb. shihonage) en kokyu waza. De kokyu-technieken zijn open werkvormen, met een minimum aan klemmen, grepen of andere functionele controlevormen. De hele techniek hangt af van tori’s uitvoeringskwaliteit. In feite zijn alle aikido-technieken kokyu-technieken, maar de veelheid van toegevoegde details bij nage waza en katame waza maakt het moeilijker ze als zodanig te ervaren. Verder zijn er veel mogelijkheden met de wapens: het zwaard (bokken), de stok (jo) en het mes (tanto). Bokken- en jo-bewegingen kan men individueel (suburi) of met partner oefenen (ri-ai, aiki-ken, aiki-jo) Men kan technieken mét de wapens uitvoeren tegen een partner die het wapen vastgrijpt (ken waza, jo waza, tanto waza). En men kan technieken uitvoeren om uke’s wapen af te nemen (ken dori, jo dori, tanto dori). Dan is er het groepswerk: gegrepen door twee partners tegelijkertijd (futari dori) of aangevallen door meerdere partners (kakari geiko). En tenslotte de combinatie-technieken (henka waza), de overname-technieken (kaeshi waza) en de vrije uitvoering van technieken(jiyu waza). Dit voltooit het perspectief van eindeloze toepassingsmogelijkheden dat aikido biedt. Het is wellicht niet voor niets dat aikido zo’n veelomvattende discipline is waarin men nooit raakt uitgeleerd. De “Weg van harmonie” is een levenslang pad van ontplooiing: hoe ouder de aikidoka (niet in jaren maar in ervaring), hoe beter hij of zij wordt. Niet beter dan anderen, maar beter dan zichzelf.