Een van de eerste dingen die opvalt wanneer je aikidoka’s ziet, is dat wij vaak werken met houten zwaarden. En dat roept vragen op. Want wat is het nut van trainen met een archaïsch maar dodelijk wapen in een vredelievende krijgskunst?
Laat ons meteen de belangrijkste misvatting uit de wereld helpen. Wij trainen niet met het zwaard vanuit het oogpunt van zelfverdediging. Want neen, praktisch is dat niet, met zo’n zwaard tussen je broeksriem rondlopen om je te wapenen tegen gauwdieven in de Veldstraat.
En toch is het zwaardwerk een onmisbaar fundament in je groei als krijgskunstenaar en aikidoka in het bijzonder. En wel om een paar heel goede redenen. Lees maar even mee.
David wordt even groot als Goliath
Wanneer je houding, verplaatsing en techniek perfect zijn, is een techniek moeiteloos. In alle andere gevallen compenseer je tijdens de uitvoering: je past je verplaatsing aan, je verandert de techniek of je gebruikt eenvoudig meer spierkracht. Wie dan wat sterker is, heeft dan eigenlijk toch nog dat tikje voordeel. In ongewapend werk krijgt Goliath toch nog vaker de bovenhand op David. Zeker bij de wat minder geoefende leerlingen.
Bij zwaardwerk valt dat fysieke voordeel volledig weg: of jij nu 100 kilo kan bench pressen, 200 keer kan pompen op je duimen of een kop groter bent dan Michael Jordan. Het helpt je niets bij zwaardwerk. Ja, je kan dan harder duwen tegen het zwaard. Een geoefend zwaardvechter zal je dan graag zien inkomen: even tegenduwen, het zwaard subtiel afleiden en jij spiest jezelf heel krachtig op zijn punt. De kracht die je nodig hebt om een zwaard te hanteren is de kracht die je nodig hebt om het correct boven je hoofd te tillen en recht naar beneden te snijden. Niets meer.
Een scherprechter voor je techniek
Een handbreed. Of de breedte van het zwaard: dat is de foutenmarge die je hebt bij het zwaard. Of, martiaal bekeken: het verschil tussen leven en dood. Tel daarbij het hefboomeffect van een zwaardslag: die maakt dat een zwaardslag veel sneller afstanden overbrugt dan een ongewapende aanval. Daardoor vraagt het zwaard veel nauwkeurigere verplaatsingen en accuratere timings.
Dat wordt heel tastbaar wanneer je dezelfde techniek met en zonder zwaard uitvoert (want ja, in Aikido kan dat). Neem bijvoorbeeld shomen uchi kote gaeshi in het voorbeeld hierboven (kijk vanaf 29:26). Je ziet de techniek eerst ongewapend, dan gewapend. Merk op hoe bij de Sensei de lichaamshouding en de verplaatsingen exact hetzelfde zijn. Of hij zijn boken in de hand heeft of niet, maakt voor hem eigenlijk niet meer uit. En merk op hoe precies de timings en controle van het zwaard bij Nishio is: de aanvaller is op geen enkel ogenblik de situatie meester.
Daarom vinden leraars het vaak nuttig om de ongewapende technieken aan het eind van de les nog ’s te herhalen met wapens. Zodat de leerlingen hun technieken nog kunnen verfijnen of aftoetsen aan een scherpere aanval.
Onder het zwaard: een levenshouding
Bij zwaardwerk is het alsof je een andere dimensie van de krijgskunst binnenkomt. Alles wordt ernstiger en formeler. De bedreiging van een zwaard wordt veel tastbaarder dan wanneer je aanvaller met lege handen tegenover jou staat. Wanneer iemand je krachtig met een zwaardslag naar je hoofd aanvalt, ervaar je onversneden stress. Je panikeert. Waardoor je spieren gaan opspannen en je gaat verkrampen. Waardoor je meteen kansloos wordt in een zwaardgevecht. De training is dus: ontspannen blijven onder de stress van het zwaard.
En die houding is eigenlijk de essentie van Budo, de weg van de Samoerai: onder het zwaard leven. Een beroemde legende verhaalt over een Samoerai die zijn zwaard boven zijn bed aan één zijden draad hing, met de punt naar beneden. Om zo letterlijk rust te vinden onder de bedreiging van het zwaard.
Die houding is een van de belangrijkste dingen die je kan leren in de dojo, want ze helpt je omgaan met stresssituaties van het dagelijkse leven. Want als je onder een zwaardaanval kalm kan blijven, kan je dat ook onder de minder tastbare deadlines die we dagelijks opgelegd krijgen.
En zo verrijkt een zwaard het leven.
Tot slot nog dit: wanneer we zwaardwerk trainen, doen we dat in aikido met een houten zwaard, de boken. Af en toe zie je meesters zoals Nishio shihan hierboven technieken met een metalen zwaard uitvoeren. Merk op dat ze dan telkens alleen zijn. Hou er dan ook rekening mee dat die sensei dan al dennia lang dagelijks professioneel aikido beoefenen. En besef tot slot dat het waarschijnlijk om Iaito gaat, botte aluminium training zwaarden. Wanneer een leraar jou voorstelt om met geslepen staal te trainen, pak dan onmiddellijk je biezen: dit is levensgevaarlijk.